Convicted Pedophile Sex Offender Eduard Braam Remains Curaçao MFK Parliamentarian.

Convicted Pedophile Sex Offender Eduard Braam Remains Curaçao MFK Parliamentarian.

Sex offense conviction remains registered for 80 years https://antilliaansdagblad.com/curacao/25155-eduard-braam-blijft-onbenoembaar

The Court of First Instance has established that Eduard Braam (Member of Parliament for MFK) was indeed convicted of a sex offense and was also sentenced for this in 2002.

And an imposed sentence for a sex crime, because of its seriousness, remains in the registers for 80 years.
The Court therefore headlines above a press release: Conviction for a crime precludes appointment as minister.”
By way of comparison, crimes with a legal term of less than 6 years in prison are removed from the criminal record 20 years after the final verdict, and crimes with a 6-year or longer sentence are 30 years.

In 2002 it was declared proven that Braam committed fornication in his capacity as a doctor with a female patient of 16 years who at the time had psychological problems. It was explained that he had “had some intense conversations with her because of these issues.” At the time, he abused his superiority and his responsibilities as a doctor and did not respect his limits. Braam was sentenced to one year in prison, of which six months were suspended. It was subsequently ruled on appeal that he had not previously been convicted and that he had already suffered social damage. As a result, no punishment or measure was ultimately imposed on him. However, the conviction stood.
The court answered the question whether not imposing a sentence or measure should also be seen as a non-conviction, which means that Braam would be ministerial according to the National Ordinance containing rules regarding the integrity of (candidate) ministers (Lvim). The answer is ‘no’: Conviction is understood to mean a decision (judgment) of a judge in which a suspect is found guilty of committing a criminal offence. The imposition of a penalty or measure does not determine whether there is a conviction. One of the purposes of imposing a sentence after a conviction is retaliation. Furthermore, a punishment must prevent the offender from committing the same mistake again. Which punishment serves that purpose depends, among other things, on the personal circumstances of the offender. There is nothing to indicate that conviction in the sense of the Lvim cannot be considered if no penalty or measure has been imposed. Plaintiff’s argument on this point finds no support in the law or in the literature. So there is a conviction.” The fact that the Court, unlike the first judge, did not impose a penalty on Braam was not prompted by the minor criminality of his conduct. On the contrary, the Court emphasizes the seriousness of that behavior and only waives the imposition of a penalty because, according to the Court, the plaintiff has already been confronted with far-reaching adverse consequences of his crime”, it is explained in more detail.
Braam has also been convicted in the Netherlands, but, as stated in yesterday’s verdict: Fornication is also regarded as a (sex) crime in the Curaçao Penal Code.”
And, it continues, the Lvim aims to protect the integrity of government administration in the interest of trust in the government and the Country. In that context, the legislator expects political office holders to be of impeccable conduct,” the verdict continued.
The court also states that there is no discrimination of any kind, as argued by Braam, because this impeccable behavior applies to anyone who would like to become a minister in Curaçao. And, according to the judge: In addition, the plaintiff is not hindered by his criminal history from participating in politics, supporting and advising the Prime Minister and making a contribution to society. He is a parliamentarian and represents the people in the States.”
Finally, Braam refers to the explanation of the concept for a ‘Draft National Ordinance guaranteeing the integrity of candidate ministers’. Contrary to the current national ordinance, this does provide a time limit with regard to a conviction for a crime, namely 10 years. The judge stated about this: At the hearing it appeared that the draft design has no formal status and the question is whether the draft design will come to a bill.” In addition, the court wonders whether a limitation in time in the case of a conviction in the draft, without making any distinction in the nature of the crime, does justice to the desired protection of the integrity of government administration.

Bertie Braam: Back to square one
Lawyer Bertie Braam, who acted for his brother in this case, extracts one passage from the judgment from which he concludes that he

Veroordeling zedenmisdrijf blijft 80 jaar geregistreerd

Van een onzer verslaggevers
Willemstad – Het Gerecht in eerste aanleg heeft vastgesteld dat Eduard Braam (Statenlid voor MFK) weldegelijk veroordeeld is voor een zedenmisdrijf en hier ook een straf voor opgelegd heeft gekregen in 2002.

En een opgelegde straf voor een zedenmisdrijf blijft, vanwege de ernst ervan, 80 jaar in de registers staan.
Het Hof kopt dan ook boven een persbericht: ,,Veroordeling wegens misdrijf staat benoeming tot minister in de weg.”
Ter vergelijking, misdrijven waarop volgens de wet minder dan 6 jaar gevangenisstraf staat worden 20 jaar na de einduitspraak van het strafblad verwijderd en misdrijven waarop 6 jaar of langer staat, 30 jaar.
In 2002 is bewezen verklaard dat Braam ontucht heeft gepleegd in zijn hoedanigheid als arts met een vrouwelijke patiënt van 16 jaar die toen psychische problemen had. Uitgelegd staat dat hij ‘met haar vanwege deze problemen een aantal intensieve gesprekken heeft gehad’. Hij heeft toentertijd misbruik gemaakt van zijn overwicht en zijn verantwoordelijkheid als arts en zijn grenzen niet in acht genomen. Braam werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar waarvan een half jaar voorwaardelijk. In hoger beroep werd vervolgens geoordeeld dat hij niet eerder veroordeeld was en dat hij al maatschappelijke schade had geleden. Hierdoor werd hem uiteindelijk geen straf of maatregel opgelegd. De veroordeling bleef echter staan.
Het gerecht beantwoordt de vraag of het niet opleggen van een straf of maatregel ook gezien moet worden als een niet-veroordeling, waardoor Braam volgens de Landsverordening houdende regels betreffende de integriteit van (kandidaat)-ministers (Lvim) wel ministeriabel zou zijn. Het antwoord is ‘nee’: ,,Onder veroordeling wordt verstaan een uitspraak (oordeel) van een rechter waarin een verdachte schuldig wordt bevonden aan het plegen van een strafbaar feit. Het opleggen van een straf of maatregel is niet bepalend voor de vraag of sprake is van een veroordeling. Een van de doelen van het opleggen een straf na een veroordeling is vergelding. Voorts moet een straf voorkomen dat de dader nog een keer in de fout gaat. Welke straf dat doel dient, hangt onder meer af van de persoonlijke omstandigheden van de dader. Uit niets blijkt dat niet van veroordeling in de zin van de Lvim kan worden gesproken, indien geen straf of maatregel is opgelegd. Het betoog van eiser op dit punt vindt geen steun in de wet, noch in de literatuur. Er is dus sprake van een veroordeling.” Dat het Hof, anders dan de eerste rechter, Braam geen straf heeft opgelegd was niet ingegeven door de geringe strafwaardigheid van zijn gedraging. ,,Integendeel, het Hof benadrukt de ernst van die gedraging en ziet enkel af van het opleggen van een straf vanwege de omstandigheid dat eiser volgens het Hof zich al met vergaande nadelige consequenties van zijn misdrijf geconfronteerd heeft gezien”, zo wordt nader uitgelegd.
Braam is overigens in Nederland veroordeeld maar, zo staat in het vonnis van gisteren: ,, Ontucht wordt ook in het Curaçaose Wetboek van Strafrecht aangemerkt als (zeden)misdrijf.”
En, zo wordt vervolgd, met de Lvim wordt beoogd de integriteit van het overheidsbestuur te beschermen in het belang van het vertrouwen in de overheid en het Land. ,,Van politieke ambtsdragers wordt door de wetgever in dat kader verwacht dat zij van onbesproken gedrag zijn”, aldus het vonnis verder.
Het gerecht stelt ook dat hierbij geen sprake is van enige vorm van discriminatie, zoals door Braam aangevoerd, want dit onbesproken gedrag geldt voor iedereen die op Curaçao minister zou willen worden. En, zo stelt de rechter: ,,Daar komt bij dat eiser door zijn strafrechtelijk verleden niet wordt belemmerd om zich in te zetten voor de politiek, de minister-president te steunen en te adviseren en een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Hij is parlementariër en vertegenwoordigt het volk in de Staten.”
Tot slot verwijst Braam nog naar de toelichting op het concept voor een ‘Ontwerp-Landsverordening waarborging integriteit kandidaat-ministers’. Hierin wordt, anders dan de huidige landsverordening, wel een limitering in tijd gegeven met betrekking tot een veroordeling voor een misdrijf, namelijk 10 jaar. Daarover stelt de rechter: ,,Ter zitting is gebleken dat het concept-ontwerp geen enkele formele status heeft en het is de vraag of het concept-ontwerp tot een wetsvoorstel komt.” Daar komt nog bij dat het gerecht zich afvraagt of een beperking in tijd bij een veroordeling in het ontwerp, zonder dat daarbij onderscheid gemaakt wordt in de aard van het misdrijf, recht doet aan de gewenste bescherming van de integriteit van het overheidsbestuur.

Bertie Braam: Terug bij af
Advocaat Bertie Braam die in deze zaak voor zijn broer heeft opgetreden haalt één passage uit het vonnis waaruit hij concludeert dat het hele vraagstuk weer terug bij af is. Want, zo legt de rechter in het vonnis uit, het is uiteindelijk in het kader van de trias politica niet aan de rechter om te oordelen of iemand als minister mag aantreden. Uiteindelijk is dat een politiek besluit. In de woorden van de rechter: ,,De toets of de uitkomst van de onderzoeken zich al dan niet met een voordracht verdraagt en voorts of sprake is van andere beletselen behoort tot het domein van de politieke besluitvorming. De rechter dient zich niet op dat terrein te begeven.” Tegelijkertijd voegt de rechter hier direct aan toe dat in het kader van de Lvim gronden zijn om Eduard Braam niet als minister van Justitie voor te dragen. Kortom, zo stelt de advocaat: ,,De rechter zegt, dat de politiek hem iets in de schoot werpt, dat hij direct weer terug werpt. Het is wat dat betreft gelijkspel. Het vraagstuk blijft zweven.”
Of Braam in hoger beroep gaat weet hij nog niet. Er zal intern beraad gevoerd worden, zowel privé als politiek. ,,Het zal dan ook weer een langdurige procedure zijn. Maar een oordeel van een Hof legt wat betreft jurisprudentie wel weer meer gewicht in de schaal dan dit vonnis”, aldus Bertie Braam.
Het MFK partijbestuur laat weten later met een reactie te komen. </section

This entry was posted in Curaçao, st maarten news and tagged . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *