Minister Knops Sends Parliament Sint Maarten’s 39th Committee Progress Report. The Senate has received the same letter.

To the President of the House of Representatives of the States General
The Hague Date April 15, 2021
Concerns Offer letter 39th progress report Sint Maarten
Page 1 of 1
I hereby present to you the 39th progress report of the progress committee
Sint Maarten, who on March 15, 2021 to the Ministerial Consultation, consisting of the
Prime Minister of Sint Maarten and the undersigned, was sent. This one
progress report pertains to the fourth quarter of 2020.
The State Secretary for the Interior and Kingdom Relations,
drs. R.W. Knops

Offer of 2nd memorandum of amendment legislative proposal amendment of the BRP Act and the BES Act bap

State Knops sends two e memorandum of amendment to the bill amending the Law basic registration persons (Law BRP) in connection with the promotion of the proper implementation of the law in some parts and repairing any omissions and Law basis administrations personal data BES (Wet bap BES) in connection with the recording of data about children who are no longer alive at the time of birth or about whom a deed has been drawn up in a public body stating that the child at the time of the declaration are not alive, or who have died without being a registered person themselves.

2nd memorandum of amendment legislative proposal amendment of the BRP Act and the BES bap Act

nd memorandum of amendment to the bill to amend the Personal Records Database Act (Wet BRP) in connection with the promotion of the proper implementation of that Act in some parts and the rectification of any omissions, as well as the Personal Records Database BES (Wet bap BES) in connection with the recording of data about children who are no longer alive at the time of birth or about whom a certificate has been drawn up in a public body stating that the child is not alive at the time of the declaration , or who have died without being registered themselves.

Voortgangscommissie
Sint Maarten

Negenendertigste rapportage aan het ministerieel overleg over de periode
1 oktober 2020 – 1 januari 2021

De Voortgangscommissie:
N. Schoof, voorzitter Mr. M. Marijnen, lid,
lid Sint Maarten, vacature

Mr G.J. Stortelers en A.T. Rey, secretariaat

Februari 2021
Inhoudsopgave

  1. Algemeen ……………………………………………………………3
  2. Korps Politie Sint Maarten (KPSM).……………………………….6
  3. Gevangenis Point Blanche (PBP)……..…………………………..10
  4. Overzicht van aanbevelingen ……………………………………..12

Bijlagen:

  • Uitvoeringsrapportage van KPSM, ontv. dd. 7 januari 2021 – Uitvoeringsrapportage PBP, ontv. dd. 27 januari 2021
  1. Algemeen

De voortgangscommissie van Sint Maarten biedt u hierbij de negenendertigste voortgangsrapportage aan over de uitvoering van de plannen van aanpak van Sint Maarten over het vierde kwartaal van 2020.

Vanwege de beperkingen als gevolg van het corona virus heeft de commissie wederom geen werkbezoeken ter plekke kunnen afleggen. In plaats van werkbezoeken werden videogesprekken en individuele telefoongesprekken gevoerd om informatie te vergaren. Helaas zonder inbreng van een Sint Maartens lid omdat nog geen nieuwe kandidaat is voorgedragen ter opvolging van het vorige lid aan wie eind vorig jaar ontslag werd verleend.

Gesproken werd met de gouverneur, de minister van Justitie, de plv. SG van Justitie en de diensthoofden van de politie van de gevangenis met enkele van hun MT leden. Voorts met de hoofdofficier van justitie, het Sint Maartens lid van de Raad voor de Rechtshandhaving, de voorzitter en secretaris van de commissie van toezicht van de gevangenis, een delegatie van de vakbonden, de hoofden van de voogdijraad en de reclassering en de Vertegenwoordiging van Nederland te Philipsburg.

Samenwerkingsregeling
Voor een goed begrip van betekenis van de plannen van aanpak is het nuttig kort terug te gaan naar de bron. Ten tijde van de nieuwe landstatus van Sint Maarten in 2010 waren voor enkele overheidsdiensten plannen van aanpak opgesteld die erin voorzagen de diensten op een niveau te brengen dat zij de status van land binnen het koninkrijk kunnen dragen. Die plannen waren voorwaarde voor de verkrijging van de landstatus en werden in de Ronde Tafel Conferentie van september 2010 bekrachtigd. Om de voortgang te volgen werd de voortgangscommissie ingesteld die driemaandelijks rapporteert aan het ministerieel overleg (MO) bestaande uit de minister-president van Sint Maarten en de minister van BZK. Het MO stuurt op basis van de rapportages bij waar de voortgang stagneert. Dit is neergelegd in de Algemene Maatregel van Rijksbestuur genaamd de Samenwerkingsregeling waarborging uitvoering landstaken Curaçao en Sint Maarten. Van de plannen van aanpak die voor Sint Maarten golden zijn de plannen voor de politie en de gevangenis nog niet tot een goed einde gebracht.

Algemeen beeld
Dit digitale werkbezoek stond vooral in het teken van het UNOPS (United Nations Office for Project Services) voorstel omtrent de nieuwe gevangenis en de functieboeken voor de politie en de gevangenis.
Op 22 december 2020 werd tussen Sint Maarten en Nederland een landenpakket overeengekomen dat voorziet in liquiditeitssteun voor Sint Maarten. Daarin is een belangrijk deel ingeruimd voor het detentiewezen, in het bijzonder ook voor de verbetering van de detentieomstandigheden.

Voor het KPSM blijven beperkingen als personeelsstop en uitblijven van de functieboeken een verdere opbouw van het korps verhinderen. Waar het enkele jaren geleden met de start van enkele BPO klassen goed ging, waardoor de commissie eind 2019 vertrouwen had in de groei van het korps tot de minimale sterkte van het Plan van Aanpak, is dat perspectief nu niet meer aanwezig. Er zijn lichtpunten, maar feit blijft dat er op nieuwe aanwas voor het korps, anders dan de lopende BPO klassen, geen uitzicht is.

Voor de gevangenis is er perspectief door het vrijkomen van substantiële middelen in het landen pakket en is er overeenstemming tussen de landen over intensieve samenwerking om het detentiewezen te verbeteren conform het Plan van Aanpak 2018, inclusief het uitbesteden van de nieuwbouw van de gevangenis aan UNOPS. Werkelijke voortgang in de huidige gevangenis heeft de commissie slechts op zeer beperkte schaal waargenomen
In de afzonderlijke hoofdstukken wordt hierop nader ingegaan.

Functieboeken
Het onderwerp van de functieboeken speelt sinds 10 oktober 2010. Na de verkrijging van de status van land binnen het koninkrijk zijn de voormalige diensten politie en gevangenis van het land Nederlandse Antillen onder verantwoordelijkheid van het nieuwe land Sint Maarten gekomen. Hoewel op dat moment zowel voor het nieuwe Korps Politie Sint Maarten (KPSM) en de gevangenis Point Blanche inrichtingsplannen en functieboeken gereed lagen om te worden geformaliseerd is dit tot op heden niet gebeurd. Dat betekent dat geen van de beide diensten personeel definitief kan plaatsen en niet kan werken volgens de in de inrichtingsplannen beschreven opzet. Na het jaar 2010 hebben achtereenvolgende ministers wijzigingen voorgesteld op het plan van aanpak waarop door de commissie voor de politie tweemaal is geadviseerd op verzoek van de minister van Justitie; eenmaal in 2015 en de tweede maal in 2019.
Wijziging van de functieboeken, zoals die in de plannen van aanpak zijn bekrachtigd in de Ronde Tafel Conferentie van september 2010, houden een wijziging van die plannen in, waarvoor in de Samenwerkingsregeling Waarborging Landstaken Curaçao en Sint Maarten (AMvRB) een procedure is voorzien. Op grond van de Samenwerkingsregeling kan de minister van Justitie een plan van aanpak wijzigen door een advies te vragen van de voortgangscommissie en daarna de wijziging in het Ministerieel Overleg, dat is het overleg tussen de minister-president van Sint Maarten en de staatssecretaris van BZK, te laten bekrachtigen (artikelen 29 en 30 van de Samenwerkingsregeling).

Tijdens het gesprek met de minister van Justitie heeft zij de commissie inzicht gegeven in haar plannen met de gehele justitieorganisatie. Aan SOAB (Stichting Overheids Accounts Bureau) is opdracht gegeven te adviseren over het aantal formatieplaatsen voor iedere organisatie in de justitieketen. Daaronder ook die van de politie en de gevangenis Point Blanche en het Miss Laliecentre (jeugdinrichting), die van belang zijn voor de plannen van aanpak van die organisaties. Zij heeft de commissie inzage gegeven in de rapportage van SOAB, waarvoor de commissie haar erkentelijk is.
De commissie besprak met de minister dat enerzijds haar initiatief goede kanten heeft doch anderzijds het weer tot vertraging zal leiden.
De minister gaf aan zich van de urgentie bewust te zijn en zij is voornemens zo nodig aan de politie en de gevangenis prioriteit te geven om de functieboeken en formatieplannen per 1 juli 2021 geformaliseerd te hebben. De commissie steunt haar in haar streven, doch constateert dat het in het SOAB rapport voorgestelde formatieplan en de organisatieinrichting niet overeenstemt met de vastgestelde plannen van aanpak. Motivering van de geadviseerde wijzigingen ontbreekt. Voor het KPSM wijkt het af van waarover de commissie in juni 2019 heeft geadviseerd. Gelet op het krappe tijdpad dat de minister hanteert is adviseert de commissie de minister omgaand conform artikel 29 van de Samenwerkingsregeling de procedure tot wijziging Plan van Aanpak te starten en die vervolgens in het MO te laten bekrachtigen.

Landenpakket
De commissie is verheugd met het tussen Nederland en Sint Maarten gesloten akkoord dat, onder andere, voorziet in een substantiële Nederlandse bijdrage. De commissie is content met de bevestiging dat de overeengekomen samenwerking moet leiden tot de realisatie van het detentieplan Sint Maarten (plan van aanpak). De samenwerking is breed: niet alleen in financiën maar ook in personele ondersteuning en inbreng van expertise.

  1. Korps Politie Sint Maarten

Onder de huidige korpschef heeft het korps een grote ontwikkeling doorgemaakt. Het korps is gericht op samenwerking in het land en met de andere landen en voert de politietaken uit, ook al is de basis waarop gewerkt wordt nog steeds niet geformaliseerd. De commissie wijst erop dat dit geen tekortkoming van het korps is maar vooral omdat geen van de achtereenvolgende ministers van Justitie de noodzakelijke documenten geformaliseerd heeft. Ongetwijfeld waren daar redenen voor, doch feit is dat het korps in hoge mate last heeft van het uitblijven van een geformaliseerde basis. Het irritatieniveau daarover is binnen het korps begrijpelijk tot grote hoogte gestegen.
De personele bezetting van het korps is structureel veel te laag, hetgeen leidt tot het structureel overwerk van de mensen die ingezet kunnen worden. Dat is een situatie die onwenselijk is, zowel vanwege een te zware belasting voor het personeel als uit oogpunt van bedrijfsvoering.

De minister heeft tegenover de commissie aangegeven de kwaliteit en de formatie van de politie tegen het licht te willen houden. Zij wil eerst de kwaliteit verbeteren en daarna zo nodig uitbreiden van de formatie. De commissie ziet dat artikel 50 van de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba daartoe de mogelijkheid biedt aan de de minister van Justitie die volgens de wet korpsbeheerder is. Het artikel luidt:

  1. De korpsbeheerder draagt zorg voor de kwaliteit van de taakuitoefening, de resultaten en het beheer van het politiekorps.
  2. De korpsbeheerder draagt zorg voor regelmatige evaluatie van de kwaliteit. Hij maakt daarbij in ieder geval gebruik van systematische zelfevaluaties en onafhankelijke visitaties.
  3. De landen treffen onderling een regeling houdende regels voor de kwaliteitszorg en de evaluatie daarvan.

De commissie kan haar streven naar kwaliteitsverbetering van harte ondersteunen, doch het plan van aanpak, zoals dat voor de politie geldt, biedt geen ruimte voor een volgtijdelijkheid. De personele opbouw van het korps sluit het streven naar kwaliteitsverbetering niet uit, beide zijn nodig. De kernpunten van het plan van aanpak zijn op sterkte brengen van het korps en het opleiden van personeel, dat bij uitstek bijdraagt aan de kwaliteitsverbetering.
Uitbreiding van het personeelbestand blijft voor de commissie noodzakelijk zolang de politie bij lange na de minimale sterkte van het plan van aanpak niet haalt.

Integraal management en shared services
In eerdere rapportages heeft de commissie bij herhaling gepleit voor de invoering van integraal management om de slagvaardigheid van het korps te vergroten. In het bijzonder geldt dat voor de korpschef die verantwoordelijk moet zijn voor functies waar het aspect van vertrouwelijkheid een rol speelt. Het voornemen om een aantal functies binnen het korps uit te laten voeren in een shared service organisatie (SSO) op een ministerie kan op gespannen voet staan met de verantwoordelijkheid van de korpsleiding. Voorts kan kunnen er veiligheidsrisico voor het personeel en het werk van de politie als deze functies buiten het korps worden geplaatst.

De hieroor genoemde Rijkswet geeft aan het politiekorps een bijzondere positie waardoor het niet behandeld en bejegend kan worden als gewoon onderdeel van het ministerie, niet bij wijzigingen in de organisatiestructuur en evenmin in de dagelijkse praktijk. De commissie adviseert de minister na te gaan of hetgeen in de rapportage van SOAB is vermeld, overeenstemt met genoemde Rijkswet.

Sprekend over deskundigen op het terrein van het politiewerk beveelt de commissie de minister van justitie aan om samenwerking te zoeken met het College van Korpschefs. Dit college functioneert reeds lange tijd tot grote tevredenheid van alle betrokken partijen, waaronder het Justitieel Vierpartijen Overleg, als forum waar alle samenwerkingsonderwerpen samenkomen.
Het college heeft een professioneel secretariaat en richt zich ook op audits van politiekorpsen en adviseert actief bij kwaliteitsontwikkeling binnen de diensten.

Personele sterkte

Per 1 augustus 2020 zijn alle agenten van de Nederlandse nationale politie naar Nederland teruggekeerd. Het verlies aan capaciteit groot. De korpschef heeft voortdurend met de directie politie van het ministerie van VenJ contact gehouden om de mogelijkheden tot versterking open te houden. Dat heeft geresulteerd in een ondersteuning door een beleidsmedewerker en een HR medewerker die aan korpschef ter beschikking wordt gesteld voor de verdere kwaliteitsontwikkeling van de korpsleiding. De commissie leidt hieruit af dat het vertrouwen in de korpsleiding kennelijk groot is en dat onder leiding van de KC het korps kan groeien tot de voor Sint Maarten noodzakelijke omvang. Wat die noodzakelijke omvang uiteindelijk moet zijn ziet de commissie graag onderbouwd door deskundigen.

De politiesterkte is voor de veiligheid op Sint Maarten van groot belang. De omvang van het korps moet worden bepaald op basis van parameters waarbij het criminaliteitsbeeld, bevolkingsomvang en omvang toerisme etc, alles bepalend zijn. Een sterkte die de veiligheid op het eiland kan garanderen is nog ver weg. In de gesprekken van de commissie tijdens het virtuele werkbezoek klonk ongerustheid over de veiligheid op Sint Maarten door gebrek aan capaciteit bij de politie. Het beleid van Justitie zou gericht moeten zijn op het verhogen van de openbare veiligheid en maatregelen dienen daarop te worden genomen. Naar de mening van de commissie is de sleutel gelegen in het zo spoedig mogelijk starten met de werving voor personeel voor de politieopleidingen om het korps op een peil te brengen dat ook het overwerk tot normale proporties kan worden teruggebracht.

Bedacht moet hierbij worden dat de bepaling van de formatieve sterkte van de politie meer dan 10 jaar geleden is vastgesteld in samenwerking met toenmalige politiekorps Rotterdam/Rijnmond, naar de inzichten van dat moment. Inmiddels hebben zich vele ontwikkelingen op Sint Maarten voorgedaan die voor de politie een taakverzwaring betekenden (bevolkingsgroei, orkanen, toenemend toerisme, Covid19 etc). De commissie adviseert de minister de omvang van het korps te bepalen op basis van hiervoor genoemde criteria en de uiteindelijke omvang van de formatie te onderbouwen.

Overwerk
Bij zijn aantreden meldde de huidige korpschef dat het terugdringen van het overwerk tot zijn prioriteiten behoorde. De commissie heeft toe gewaarschuwd dat hij daarin niet kan slagen zolang er geen continuiteit in de groei van het korps is. De commissie zei toen dat de kosten voor de baat uitgaan en de wet van de communicerende vaten hier van toepassing is: meer mensen aan het werk is minder noodzaak tot overwerk. En, hoe minder mensen aan het werk, hoe meer overgewerkt moet worden om dat politietaak volledig te kunnen blijven uitvoeren. Een beperkte vorm van overwerk is in ieder politiekorps onvermijdelijk, omdat extra inzet die bij evenementen en calamiteit altijd nodig is.

Opleidingen en scholing
Het is de commissie gebleken dat er opleidingsfaciliteit aanwezig zijn voor nieuwe Sint Maartense politiemensen, onder meer vanuit de OR Grenstoezicht. Daarom dringt de commissie er bij de minister met klem op aan om zo spoedig mogelijk de kwaliteit bij de politie te verhogen door werving van aspirant politieagenten mogelijk te maken en een groeiplan op te laten stellen voor de komende jaren. Daarin zou ook plaats moeten worden ingeruimd voor bijscholing van het personeel wier opleiding lange tijd geleden heeft plaatsgevonden. Hierbij attendeert de commissie op het belang van goede communicatie naar alle betrokkenen bij dit proces.

De cijfers
Tot slot voor de politie de huidige bezettingscijfers naar de stand van 1 januari 2021.
De telling van het personeel komt uit op een totaal van 216 personen. Ter verwachten is dat er uit twee BPO klassen van dit jaar in totaal 29 aspiranten instromen als gediplomeerd agent van politie. In 2022 kunnen 20 aspiranten vanuit de BPO klas instromen.
De feitelijke sterktecijfers in een overzicht:
Ultimo 2020: 216 (54,8% van de 394 fte van het oorspronkelijk inrichtingsplan)
“ 2021: 245 (62,2% “”)
“ 2022: 265 (67,2% “”)

Een realistische kijk naar deze cijfers noopt tot nuancering. De aspiranten moeten nog met succes afstuderen, doch de resultaten tot nog toe leiden tot de gerechtvaardigde verwachting dat de klassen van 2021 allen de eindstreep zullen halen. Door natuurlijk verloop en ander verloop (schorsing/veroordeling, vertrek uit het korps etc.) neemt de sterkte gemiddelde per jaar met 6 personen af. Over de jaren 2021 en 2022 betreft dat 12 personen. Ultimo 2022 zal de sterkte op basis van de berekeningen en veronderstellingen 253 personen (64,2%). Om tot de vereiste minimale sterkte (75% aan executieve politiemensen) te geraken zijn nog 50 personeelsleden boven de genoemde aantallen nodig. Een groeiplan zal daarop gebaseerd moeten zijn. De commissie ziet graag dat groeiplan van de minister tegemoet.

Huisvesting
Tot slot roept de commissie in herinnering dat huisvesting van de politie een onderdeel is van het plan van aanpak. Het gaat dan in het bijzonder om leslokalen, een schietbaan en permanente huisvesting van de centrale meldkamer. Hoewel voor deze onderwerpen ad hoc voorzieningen zijn getroffen blijft het noodzakelijk om voor de continuïteit bij het korps een permanente voorziening te hebben, zoals dat in het verleden was voorzien in de Soremar building in Cole Bay. De commissie verzoekt de minister de stand van zaken hierover in de volgende uitvoeringsrapportage te vermelden.

  1. Detentieplan Sint Maarten

De commissie vindt dat door Nederland en Sint Maarten een akkoord met perspectief is getekend. De invulling zal nog niet makkelijk zijn, maar op korte termijn is er zicht op een begin van uitvoering van het plan van aanpak Detentieplan Sint Maarten, zoals dat in 2018 is vastgesteld in het ministerieel overleg.
In het overeengekomen landenpakket is voor de gevangenisbouw 20 miljoen euro ingeruimd en nog eens 10 miljoen voor andere knelpunten in de detentieketen. Dat kan de ruimte bieden om substantiële verbeteringen in het detentiewezen te bereiken.

UNOPS
Een belangrijk uitvoeringspunt betreft de nieuwbouw van de gevangenis. Sint Maarten en Nederland hebben daarover ook overeenstemming bereikt. In gezamenlijk opdrachtgeverschap is UNOPS om een herzien voorstel gevraagd om te komen tot de bouw van een nieuwe gevangenis en een detentievoorziening in te richten ter overbrugging van de periode tot de oplevering.

Ten tijde van het schrijven van deze rapportage ontving de commissie van de minister het herziene voorstel van UNOPS. Met genoegen constateert de commissie dat in het voorstel gerefereerd wordt aan het detentieplan Sint Maarten waarvan de nieuwbouw een onderdeel vormt.
De commissie is overtuigd van de intentie van de minister om tot goede uitvoering van het plan van aanpak te komen en dankt de minister voor haar openheid om direct inzage te geven in de documenten die op de gevangenis betrekking hebben.

Programmabureau
Absoluut noodzakelijk is dat een sterke programmamanager met hulp van een op te zetten programmabureau rechtstreeks onder de minister van Justitie de uitvoering van het detentieplan aanstuurt en tevens toezicht houdt op de voortgang van en afstemming met UNOPS als het voorstel tot uitvoering komt. Nu UNOPS en andere initiatieven van Sint Maartense en Nederlandse zijde binnenkort concrete vormen beginnen aan te nemen is het zaak zo spoedig mogelijk te beginnen met de werving. De commissie roept in herinnering dat de programmamanager van het begin af aan de inspirerende motor moet zijn onder de verantwoordelijkheid van de minister van Justitie. Van belang is dat alle betrokken justitiediensten onder regie van de directeur vanaf de aanvang worden betrokken en gecommitteerd aan de uitvoering van de plannen.
Hoewel door Nederland en Sint Maarten al geruime tijd naar een programmamanager wordt gezocht is men daar tot nog toe niet in geslaagd. De commissie dringt er bij het ministerieel overleg daarom op aan om druk op het wervingsproces te leggen.

Personele sterkte
De commissie is erkentelijk voor de actuele bezettingscijfers van de gevangenis. Zij laten weliswaar geen rooskleurig beeld zien, maar het doorlopend overzichtelijk houden van de beperkte capaciteit is absoluut noodzakelijk voor een efficiënte inzet daarvan.
Uit de bezettingscijfers maakt de commissie op dat 96 personen in dienst zijn van de gevangenis Point Blanche, de jeugdinrichting het miss Laliecentre (MLC) en de politiewacht (Philipsburg politiebureau).
Voor bewakings- en bejegeningfuncties in de Point Blanche gevangenis zijn er in totaal 48 personeelsleden op de loonlijst waarvan er 13 langdurig ziek of arbeidsongeschikt zijn. Dit betekent dat er slechts 40% inzetbaar is voor de bewaking van 70 gedetineerden.
Het gevolg van deze uiterst magere bezetting is onder meer dat er niet of nauwelijks ruimte is voor dagbesteding van de gedetineerden. Tevens worden met deze onderbezetting grote veiligheidsrisico´s voor personeelsleden en gedetineerden gelopen.

In de uitvoeringsrapportage leest de commissie dat de werving van nieuw personeel geheel stil ligt. De commissie adviseert de minister zo spoedig mogelijk de werving voor gevangenbewaarders te starten om in elk geval de minimale bezetting van de ploegendienst te kunnen handhaven.

  1. Overzicht van aanbevelingen en adviezen
  2. De commissie adviseert de minister van Justitie, nu het proces nog in een vroeg stadium verkeert, zo spoedig mogelijk de programmamanager uitvoering detentieplan aan te stellen.
  3. Verzoekt de minister van Justitie de procedure tot wijziging van de plannen van aanpak op grond van de artikelen 29 en 30 van de
    Samenwerkingsregeling te starten door over de functieboeken en formatieplannen van het KPSM en de gevangenis aan de
    voortgangscommissie advies te vragen en die vervolgens in het ministerieel overleg te laten bekrachtigen.
  4. De commissie verzoekt de minister in de volgende uitvoeringsrapportages van het KPSM de stand van zaken rond de permanente huisvesting van de centrale meldkamer, schietbaan en leslokalen te melden.
  5. De commissie verzoekt eveneens in de uitvoeringsrapportage het groeiplan voor het korps voor de komende vier jaren aan te geven en dringt er bij de minister met klem op aan om de werving van nieuwe aspiranten open te stellen.
  6. De commissie adviseert de minister na te gaan of hetgeen in de rapportage van SOAB is vermeld, overeenstemt met de Rijkswet Politie.
  7. De commissie dringt er bij de voorzitter van het ministerieel overleg op aan zo spoedig mogelijk een kandidaat voor de vacature van het lid van Sint Maarten voor te dragen
This entry was posted in Netherlands Vs Former Antilles and tagged . Bookmark the permalink.

One Response to Minister Knops Sends Parliament Sint Maarten’s 39th Committee Progress Report. The Senate has received the same letter.

  1. Pingback: St Maarten Latest Covid-19 Numbers UPDATE 324 Active Cases 40 Dead – St Maarten Government News

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *